Onze blog

Volg hier het wedervaren van Els en Werner op de fiets tijdens hun fietsreis naar Parijs en terug.

donderdag 5 juni 2014

Vandaag was het beter.
In plaats van eerst kilometers door een drukke stad te rijden, lanceren we voor het hotel onmiddellijk op een breed fietspad langs de rivier Oise. De regen is gisteren al met enig leedvermaak naar België vertrokken en wij genieten van het zonnetje. De wind duwt, zoals een vader die zijn zoontje z'n eerste meters leert fietsen, zachtjes in de rug. En de banden staan nog steeds hard.
Kortom, we maken snel vordering in een zacht glooiend landschap. We volgen voornamelijk het dal van de rivier en rijden hoofdzakelijk op vlakke wegen. Het contrast met de voorsteden van Parijs kan niet groter. Kleine dorpjes liggen als eeuwenoude kruimels verspreid tussen de velden en de bossen. Alles is groen. Kan ook moeilijk anders na de overvloedige regen van gisteren. Na de picknick wordt het zelfs nog gemakkelijker. We fietsen kilometers over een jaagpad naast het kanaal dat de Oise en de Sambre verbindt. Het laatste uur is er al wat meer niveau verschil en een enkele keer is het zelfs stevig klimmen.
Eventjes overwegen we nog verder door te rijden dan wat we oorspronkelijk dachten maar we doen het niet. Wat een geluk. Het stadje Guise, waar we overnachten, heeft weerom een verrassing in petto. Wie kent de hertogen van Guise? Ik niet. Tocht ligt hier op een heuvel een kasteel waar deze heren tussen de 10e en de 20ste eeuw standhielden. Tegen het zware geweld van de eerste wereldoorlog van het fort echter niet opgewassen. Nu zijn sinds 60 jaar vrijwilligers met de restauratie bezig. Maar daar zijn we niet gaan naar kijken.
Onze aandacht ging naar Le Familistere de Guise. Kent er iemand Jean-Baptiste Andre Godin? Wij tot daarnet ook niet. Hij was in de eerste plaats een industrieel die in Guise een fabriek voor gietijzeren kachels beheerde. In de tweede plaats was hij een man met een bevlogen maatschappelijke visie die stoelde op nieuwen ideeën uit die tijd. De arbeidersklasse moet volgens de nieuwe denkers niet langer uitgebuit worden maar moet een beter leven krijgen. Godin bouwt bij zijn fabriek een familistere. De eerste steen wordt gelegd in 1859. Dit is een wooncomplex naar het grondplan van Versaille waar zijn werknemers een appartement kunnen huren dat beter is dan de gangbare werkmanshuisjes uit die tijd. Hij bouwt daarbij ook een school waar kinderen vanaf hun tweede jaar tot hun veertiende verplicht naar school moeten. Er is ook een theather en overdekt zwembad. Het warme water daarvoor wordt gerecupereerd in de fabrieken. Het wooncomplex heeft nog zo een simpel maar ingenieus systeem. De binnenkoer is met glas overdekt. Om het koel te houden is er een ventilatiesysteem via de kelders dat constant werkt zonder enige vorm van mechanisatie. Puur op basis van normale luchtcirculatie zoals de Romeinen al toepasten in hun huizen. De werknemers krijgen een loon dat 25% hoger ligt dan de norm. Ze werken slechts 10 uur per dag in plaats van 14 en hij is de eerste industrieel die zondagsrust biedt. In de economats kunnen de arbeiders voeding kopen die goedkoper is dan elders omdat er geen tussenpersonen aan te pas komen en de focus ligt op een gezonde uitgebalanceerde voedig. Het systeem onderhoudt zichzelf. De winst van de fabriek wordt in de familistere ingeinvesteerd zolang er geld is. Na de oorlogen zijn vele fabrieken gemoderniseerd maar niet hier. In 1968 is het sprookje uit. De fabrieken zijn nu in handen van Le Creuset en sinds 2000 wordt het complex gerenoveerd. Het bezoeken meer dan waard.
Morgen rijden wij België terug binnen. We brengen de zon mee..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten