Onze blog

Volg hier het wedervaren van Els en Werner op de fiets tijdens hun fietsreis naar Parijs en terug.

zaterdag 7 juni 2014

Het hellend vlak van Ronquieres was vaste leerstof in onze lagere schooljaren maar we hadden het nog nooit gezien. Vandaag is daar verandering in gekomen en we hebben er de scheepsliften van Thieu en Strepy in een keer bij gedaan. Vooral de scheepslift van Strepy is indrukwekkend. Je houd het niet voor mogelijk dat binnenschepen zomaar in een zwembad varen en een gigantisch hoogteverschil overwinnen. Wij moesten dat zelf overwinnen en bij de kleine lift hadden ze ons een bergje van 19% voorzien. Met de bagage aan de fiets kan dat tellen. Enkel in Ronquieres mochten we bergaf en daarna was het vlak langs het kanaal tot in Halle. Vanaf daar lieten we de Vangogh-route links liggen en schakkelden over op de LF6 om naar Leuven te rijden. Daar ten zuiden van Brussel is het ook niet bepaald vlak. Ik zou het eerder de Brusselse Ardennen noemen. Het kleine verzet is er regelmatig aan te pas gekomen. Eens in het Zonienwoud ging het vlotter. Daarna lokte de stal. Alhoewel, je gaat toch niet zomaar recht naar huis. Met deze warmte vonden we het een beter idee om eerst naar onze favoriete ijsjesbar in Leuven te rijden. Een hoorntje met twee bolletjes was toch verdient na al die kilometers op de fiets.


vrijdag 6 juni 2014

We zitten nu bij Di Rupo. Het is te zeggen, we logeren in Mons waar hij burgemeester is. Volgend jaar is dit de culturele hoofdstad van Europa. Er zal dan veel te doen zijn omtrent Vangogh. Momenteel wordt er veel geinvesteerd in verfraaiing van de stad. Straten worden heraangelegd en dat is nodig van degene die nog in oude staat zijn liggen er erbarmelijk bij. Monumenten worden gerestaureerd en er zijn er toch fraaie bij. We hebben na onze aankomst een stadwandeling van vier kilometer gedaan en zo toch een goede indruk gekregen van wat deze stad te bieden heeft. Deze avond was het zoeken naar een beschikbaar tafeltje op de Grote Markt ondanks het ruime aanbod. Hoeft het te verwonderen dat hier opvallend veel Italiaanse restaurants zijn?
Eerder  op de dag kwamen we Vincent terug tegen. Het is te zeggen, Vangogh heeft als twintiger in de Borinage gewerkt als evangelist. Het huisje waar hij verbleef is nu gerestaureerd en huisvest een klein museum. Het is hier dat hij zijn eerste stappen als kunstenaar zette.
Onze dag begon uiteraard met fietsen. We reden door een mooi landschap vol groene akkers en hier en daar een boerderij en een dorp. Voor de middag reden we bijna een uur door een uitgestrekt bos. Het was rustig fietsen op trage weggetjes met af en toe nog een levende ziel op straat. Eenmaal liep een haas rustig op het asfalt en bleef hij nog een tiental meters voor ons uit lopen. Een andere maal wou een buizerd net voor ons landen op een paal maar bedacht zich op het laatste moment. Twee blauwe reigers draaiden een sierlijk rondje boven een weide.
Zo lieten we Frankrijk achter ons en reden België terug binnen onder een stralende zon.

donderdag 5 juni 2014

Vandaag was het beter.
In plaats van eerst kilometers door een drukke stad te rijden, lanceren we voor het hotel onmiddellijk op een breed fietspad langs de rivier Oise. De regen is gisteren al met enig leedvermaak naar België vertrokken en wij genieten van het zonnetje. De wind duwt, zoals een vader die zijn zoontje z'n eerste meters leert fietsen, zachtjes in de rug. En de banden staan nog steeds hard.
Kortom, we maken snel vordering in een zacht glooiend landschap. We volgen voornamelijk het dal van de rivier en rijden hoofdzakelijk op vlakke wegen. Het contrast met de voorsteden van Parijs kan niet groter. Kleine dorpjes liggen als eeuwenoude kruimels verspreid tussen de velden en de bossen. Alles is groen. Kan ook moeilijk anders na de overvloedige regen van gisteren. Na de picknick wordt het zelfs nog gemakkelijker. We fietsen kilometers over een jaagpad naast het kanaal dat de Oise en de Sambre verbindt. Het laatste uur is er al wat meer niveau verschil en een enkele keer is het zelfs stevig klimmen.
Eventjes overwegen we nog verder door te rijden dan wat we oorspronkelijk dachten maar we doen het niet. Wat een geluk. Het stadje Guise, waar we overnachten, heeft weerom een verrassing in petto. Wie kent de hertogen van Guise? Ik niet. Tocht ligt hier op een heuvel een kasteel waar deze heren tussen de 10e en de 20ste eeuw standhielden. Tegen het zware geweld van de eerste wereldoorlog van het fort echter niet opgewassen. Nu zijn sinds 60 jaar vrijwilligers met de restauratie bezig. Maar daar zijn we niet gaan naar kijken.
Onze aandacht ging naar Le Familistere de Guise. Kent er iemand Jean-Baptiste Andre Godin? Wij tot daarnet ook niet. Hij was in de eerste plaats een industrieel die in Guise een fabriek voor gietijzeren kachels beheerde. In de tweede plaats was hij een man met een bevlogen maatschappelijke visie die stoelde op nieuwen ideeën uit die tijd. De arbeidersklasse moet volgens de nieuwe denkers niet langer uitgebuit worden maar moet een beter leven krijgen. Godin bouwt bij zijn fabriek een familistere. De eerste steen wordt gelegd in 1859. Dit is een wooncomplex naar het grondplan van Versaille waar zijn werknemers een appartement kunnen huren dat beter is dan de gangbare werkmanshuisjes uit die tijd. Hij bouwt daarbij ook een school waar kinderen vanaf hun tweede jaar tot hun veertiende verplicht naar school moeten. Er is ook een theather en overdekt zwembad. Het warme water daarvoor wordt gerecupereerd in de fabrieken. Het wooncomplex heeft nog zo een simpel maar ingenieus systeem. De binnenkoer is met glas overdekt. Om het koel te houden is er een ventilatiesysteem via de kelders dat constant werkt zonder enige vorm van mechanisatie. Puur op basis van normale luchtcirculatie zoals de Romeinen al toepasten in hun huizen. De werknemers krijgen een loon dat 25% hoger ligt dan de norm. Ze werken slechts 10 uur per dag in plaats van 14 en hij is de eerste industrieel die zondagsrust biedt. In de economats kunnen de arbeiders voeding kopen die goedkoper is dan elders omdat er geen tussenpersonen aan te pas komen en de focus ligt op een gezonde uitgebalanceerde voedig. Het systeem onderhoudt zichzelf. De winst van de fabriek wordt in de familistere ingeinvesteerd zolang er geld is. Na de oorlogen zijn vele fabrieken gemoderniseerd maar niet hier. In 1968 is het sprookje uit. De fabrieken zijn nu in handen van Le Creuset en sinds 2000 wordt het complex gerenoveerd. Het bezoeken meer dan waard.
Morgen rijden wij België terug binnen. We brengen de zon mee..

woensdag 4 juni 2014

Morgen wordt het beter. Kan ook moeilijk slechter want vandaag was het nat, nat en heel eventjes droog. We vertrokken stipt om acht uur met lichte regen maar een paar minuten later viel de regen met bakken uit de hemel. Eventjes schuilen was de boodschap. Laveren door de Parijse straten viel nog mee tot achter mij geroepen werd. De eerste platte band met onze trekkingsfiets. Ik kan het aantal lekke fietsbanden in mijn zessenveertigjarig bestaan nog altijd op een hand tellen wat inhoud dat de reparatie iets langer duurt dan bij een routinier. Maar, 120km verder staat de band nog hard. Zo onhandig zal ik toch niet zijn.
Parijs is een grote stad. Daarom fiets je toch al gauw 30km voor je het stadsgevoel met de drukke wegen kan achterlaten. We staan dan in Auvers-sur-Oise. De naam van het stadje zegt je misschien niets. Zijn beroemste inwoner zal je des te meer kennen. Toen hij hier woonde was hij arm en voor gek verklaard. Nu betalen ze ontelbare miljoenen voor zijn schilderijen. Op het kerkhof, op een heel bescheiden graf staat te lezen: "Hier rust Vincent Vangogh". Als saluut staan de korenvelden errond vol klaprozen. In het Mussee d'Orsay in Parijs bezochten we gisteren nog een unieke tentoonstelling over Vangogh. Schilderijen uit het Met in New York, het Vangogh Museum in Amsterdam, Madrid, Berlijn, ... kortom van over heel de wereld zijn er verzameld. Echt uniek.
Vandaag zitten we echter op de fiets. Het regent lichtjes maar onze kleding houdt ons toch droog. De dorpjes die we doorrijden zijn heel rustiek en de landschappen herkenbaar van de schilderijen die we gisteren zagen.
Plots staan we in Chantilly. Je weet wel. Ze vonden hier ooit de creme chantilly ofte slagroom uit. Wat we nog niet wisten is dat hier een gigantisch kasteel staat. Maar alle aandacht gaat naar de Mussee du cheval. Chantilly blijkt het mekka van de paardensport te zijn. Er licht hier een gigantische hypodroom en daarbij een gebouwencomplex dat dienst doet als ruiter en dressuurschool. Het is allemaal zo impossant dat wij dachten dat het een tweede kasteel was. Het dunkt me dat de paarden hier goed verzorgd worden. Rondom Chantilly liggen uitgestrekte bossen met meer dan 120km paardenpisten. We bezoeken het musseum en blijken net op tijd voor een half uurtje dressuurdemonstratie.
De pauze komt ook van pas want de zachte regen valt ondertussen toch wat enthousiaster uit de hemel. Toch maar doorrijden met onze ros door de bossen. Plassen ontwijken heeft geen zin meer want er stroomt water langs alle kanten. Na een paar dorpjes te zijn gepasseerd rijden we het bos van Compiegne in. Daar blijkt geen eind aan te komen en de hemelsluizen gaan nog een keer helemaal open. Zo, alle stof is van onze fiets afgespoeld.
En plots is daar Compiegne zelf. Weeral een stad met een roemrijk verleden. Napoleon had hier een keizerlijk verblijf zijn omvang waardig. Jean d'Arc werd hier aan de Engelsen verkocht en belandde op de brandstapel. In het bos staat de trainwagon waarin het einde van de eerste wereldoorlog werd bezegeld.
En wij gaan hier lekker slapen.

zondag 1 juni 2014

Het is best grappig. Ontbijten bij een pratende papagaai. Blaffen, miauwen, keukengeluiden en een woordje Engels. Kortom alle huiselijke geluiden zitten in zijn arsenaal. De heer des huizes belooft ons een zonnige dag maar daar komt niets van in huis. We zien de zon niet en het al laat in de namiddag eer het opwarmt. Gelukkig blijft het droog.
We rijden door de velden van dorp naar dorp tot we aan de Abbaye de Chablis. Dit lijkt ons eerder een kasteel met groot park maar er blijkt hier toch een abdij te hebben gestaan. Restanten van de kerk is het enige dat is overgebleven. De attractie is echter de rozentuin. We hebben de verschillende soorten niet geteld maar het zijn er veel. Na dit bezoek rijden we verder naar Parijs. Eerst gaat het nog door een bos. Daarna komen we op grotere wegen terecht en wordt de saaiheid alleen onderbroken door dorpjes met ontelbare verkeerdrempels. De gigantische vliegtuigen boven ons hoofd laten ons vermoeden dat het vliegveld van Charles De Gaules vlakbij is.
Plots verlaten we de autowegen en vervoegen we de recreatieve fietsers op het fietspad langs het Canal de l'Ourcq. We rijden nog meer dan twintig kilometer langs het water en worden zo tot diep in Parijs geleid. Aan Parc de la Villette komen we het echte centrum in en na een tijdje passeren we La Bastille, de nieuwe opera waarvan ik hoop dat de voostellingen binnen mooier zijn dan de buitenkant.
Bij de Notre Damme eindigt onze tocht. We hebben hier 92 km op de teller. Nu flaneren we nog op onze fiets via boulevards en fietspaden, dan eens links, dan eens rechts van de Seine tot aan de Eifeltoren. Iets verder wacht ons hotel.
Terwijl onze fiets twee dagen mag rusten in de kelders van het hotel gaan wij genieten van deze bruisende stad. Onze terugreis begint woensdag. Tot dan.